Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck over duurzaam ruimtegebruik tijdens de Jaarvergadering

Leo Van Broeck presenteerde zijn visie op basis van de vragen die de genodigden van de Jaarvergadering voordien konden doorgeven.

Vlaanderen is één grote verkaveling, één verbrokkeld geheel. Het bevolkingsaantal stijgt niet, maar ons ruimtebeslag wél. Wij kunnen het tij keren door gewoon minder ruimte in te nemen.

Daarmee geeft Van Broeck een wending aan het klimaatdebat. “Het klimaatdebat gaat voorbij aan de essentie, want als we niet opletten, bouwen we straks de hele planeet vol met onze ultraduurzame en CO2-neutrale projecten.” Het gaat niet om een betonstop, het gaat om slimmer bouwen, het vrijwaren van de open ruimte door ontharding en bebossing, ruimte voorzien voor water, het gaat om kernversterking, ons op een andere manier verplaatsen en op die openbare vervoersassen mogelijkheden voorzien voor woonontwikkeling en economische ontwikkeling.

Vlaanderen pakt het problematisch ruimtegebruik aan. Eind 2016 werd het ontwerp BRV of Beleidsplan Ruimte Vlaanderen voorgesteld, de opvolger van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Het tekent een volwaardig omgevingsbeleid uit voor de komende decennia. Er is sprake van kwalitatieve transformatie op basis van ruimtelijk rendement. Vlaanderen wil het ruimtebeslag terugdringen.

Het ruimtelijk rendement verhogen kan gebeuren aan de hand van vier grote strategieën, volgens het Witboek: intensivering (verdichting), verweving van functies, hergebruik en tijdelijk ruimtegebruik. “We moeten verdichten”, zegt Van Broeck. “Hoogbouw of hoger bouwen is één van de mogelijkheden. Een andere oplossing zijn rijwoningen met tuin.”

Hij heeft ook een aantal suggesties voor lokale besturen:

  • Bepaal minimale kroonlijsthoogtes met voorwaarden naar kwaliteit.
  • Pak parkeernormen aan, met afwijkingsclausules.
  • Verbied vrijstaand bouwen.
  • Bovenal: maak regelgeving indicatief in plaats van de verplichten.

Mogen we dan niet langer op het platteland wonen? Toch wel, maar we moeten ook weer leven krijgen in de dorpen en kleine gemeenten. Er zijn te veel lege dorpspleinen, leegstand in winkels. “Durf hoog te bouwen naast de kerk”, werpt hij op. “Kortom,” concludeert Leo Van Broeck, “terug evolueren naar hoe het was op de schilderijen van Breughel, dichtbebouwde en compacte ministadjes met voorzieningen in de buurt.”